Grijstintverschillen

Nadere omschrijving

Veel factoren hebben invloed op de uiteindelijke grijstint van ongekleurd beton. Grijstintverschillen tussen opeenvolgende storten zijn in de praktijk bijna onvermijdelijk.

Opvallende grijstintverschillen in grote oppervlakken, bijvoorbeeld gevels, zijn ongewenst. Meestal zijn verschillen in porositeit van het betonoppervlak de oorzaak. Deze kunnen bijvoorbeeld ontstaan door verschillen in de betonsamenstelling. Denk hierbij aan verschillen in cement (herkomst), verschillen in de water-cementfactor of kleurverschillen in fijne toeslagmaterialen of vulstoffen.

Verder kunnen verschillen in de ontkistingstijd en/of de nabehandeling grijstintverschillen veroorzaken. Ten slotte kunnen afwijkingen in de structuur van het bekistingsmateriaal of het door elkaar gebruiken van oud en nieuw bekistingsmateriaal, zich aftekenen op het betonoppervlak en als grijstintverschil zichtbaar blijven.

Normen/aanbevelingen/literatuur

• NEN-EN 206, Beton

• NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton

• NEN 8670 Ontw. nl, Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies

• CUR-Aanbeveling 100, Schoonbeton

• Modelwerkplan Schoon Beton