Consistentie (van betonspecie)
(Consistency of fresh concrete)Plastisch gedrag van betonspecie
Nadere omschrijving
De consistentie van betonspecie is voor de afnemer een belangrijke eigenschap. Het geeft hem een indruk van het vloeigedrag van de specie.
De keuze van de consistentie wordt vooral bepaald door de manier waarop de betonspecie in het werk wordt gebracht, de afmetingen van de constructie, de wapeningsdichtheid en de verdichtingsmogelijkheden. Een vloeibaarder beton is in het algemeen eenvoudiger te verwerken, al kunnen species met gelijke consistentie sterk variëren in verwerkbaarheid.
Het begrip verwerkbaarheid betreft immers ook eigenschappen als het gedrag van de specie tijdens mengen, transporteren, storten, verdichten en afwerken.
In de voorschriften beton (nen-en 206) is een aantal klassen voor de consistentie vastgelegd. Deze klassen lopen van 'droog' tot ‘zelfverdichtend’.
nen 8005 Aanbevolen consistentieklassen, bijbehorende meetmethode en grenswaarden
Consistentie |
Klasse |
Beproevingsmethode |
Grenswaarde(n) |
Droog |
C0 |
≥ 1,46 |
|
C1 |
Verdichtingsmaat (Compactibility) |
1,45 - 1,26 |
|
Halfplastisch |
S2 |
50 - 90 |
|
Plastisch |
S3 |
Zetmaat (Slump) |
100 - 150 |
Zeer plastisch |
F4 |
490 - 550 |
|
Vloeibaar |
F5 |
Schudmaat (Flow) |
560 - 620 |
Zeer vloeibaar |
SF1 |
550 - 650 |
|
Zelfverdichtend |
SF2 |
Uitvloeimaat (Slump Flow) |
660 - 750 |
Bij zelfverdichtend beton kan het gewenst zijn om aanvullende eigenschappen te specificeren om de stabiliteit te waarborgen. Hiervoor geeft NEN-EN 206 aanvullende klassen voor de viscositeit, het vermogen om wapening te passeren en de weerstand tegen ontmenging. NEN 8005 beveelt (tenzij vooraf anders is overeengekomen) voor deze eigenschappen de volgende klassen aan:
Normen/aanbevelingen/literatuur
Betoniek 13/08, De '206' (ver)werkt (€)
NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)
NEN-EN 12350-1, Beproeving van betonspecie (€)