Methyleenblauwproef

(methylene blue test)

Onderzoek naar zwellende kleimineralen

Nadere omschrijving

In toeslagmaterialen kunnen verontreinigingen in de vorm van zeer fijne kleisoorten voorkomen. Deze kunnen een groot volume aan water opnemen en daarbij zwellen. Bij toenemend gehalte aan deze deeltjes neemt de waterbehoefte beton toe, neemt de sterkte  af en de krimp toe. Indien het gehalte aan fijne delen groter is dan de waarde in onderstaande tabel (uit nen 5905) moet onderzoek worden verricht naar zwellende kleimineralen. Hiervoor wordt de methyleenblauwproef, beschreven in nen-en 933-9, gebruikt.

In Nederland wordt nog veel gebruik gemaakt van de beproeving (eveneens met methyleenblauw) zoals beschreven in de (inmiddels ingetrokken) Nederlandse norm NEN 5941.

Tabel uit NEN 5905, Nederlandse aanvulling op NEN-EN 12620 Toeslagmaterialen voor beton

Herkomst toeslagmateriaal

Gehalte waarboven onderzoek naar sterk zwellende kleimineralen moet worden verricht

(massapercentage)

Rond zand      1,0
Grind      1,5
Groeve (gebroken rots),
D ≤ 4 mm
     3,0
Groeve (gebroken rots),
D > 4 mm
     4,0
Beton- en menggranulaat, hoogovenslak en staalslak      n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Normen/aanbevelingen/literatuur

  • NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)

  • NEN-EN 12620, Toeslagmaterialen voor beton (€)

  • NEN 5905, Nederlandse aanvulling op NEN-EN 12620, Toeslagmaterialen voor beton (€)

  • NEN 5941, Toeslagmaterialen voor beton - Bepaling van de mate van verontreiniging door sterk zwellende kleimineralen (norm is inmiddels ingetrokken)

  • NEN-EN 933-9, Beproevingsmethoden voor geometrische eigenschappen van toeslagmaterialen - Deel 9: Beoordeling van fijn materiaal - Methyleenblauwproef (€)

Geplaatst op di. 5 jul. 2022Laatst aangepast op di. 5 jul. 2022