Lagesterktemortel

(controlled low strength material, CLSM)

Mortel met een zeer lage druksterkte.

Startschacht Scheldeplein ten behoeve van de boormachines NZ-lijn (foto: Wikipedia)
Startschacht Scheldeplein ten behoeve van de boormachines NZ-lijn (foto: Wikipedia)

Nadere omschrijving

Lagesterktemortels worden vooral toegepast voor het maken van zogenoemde dichtblokken in de start- en ontvangstschachten bij de bouw van boortunnels. Ze worden samengesteld uit voornamelijk cement, vulstoffen, hulpstoffen, water en zand. De druksterkte voor deze toepassingen ligt doorgaans tussen 2 en 8 N/mm2.

Feitelijk zouden we ook ultralichtbeton (zie warmbeton) en schuimbeton kunnen betitelen als lagesterktemortel. De eigenschappen van deze mengseltypen zijn echter specifiek afgestemd op andere toepassingen.

Normen/aanbevelingen/literatuur

  • NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)

  • NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies + NEN 8670 Ontw. nl, Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies (€)

  • NEN-EN 1992 Eurocode 2, Ontwerp en berekening van betonconstructies (€)

  • EN 6722 Uitvoering van betoncontructies (door NEN ingetrokken, maar voor de onderdelen die ontbreken in NEN 13670 is tekst de basis zolang NEN 8670 nog niet definitief is) (€)

  • Kracht + Vorm, prof.J.Oosterhoff, Bouwen met Staal (€)

Geplaatst op di. 28 jul. 2020Laatst aangepast op di. 28 jul. 2020