Boortunnel
(bored tunnel)Tunnel gemaakt met een tunnelboormachine die zich een weg boort door de grond
Nadere omschrijving
Een boortunnel is een buisvormige geboorde tunnel. Bij de bouw wordt gebruik gemaakt van een tunnelboormachine (TBM).
Er zijn in principe twee typen tunnelboormachines: voor gebruik in harde ondergrond en voor zachte ondergrond. In Nederland hebben we te maken met een zachte, slappe ondergrond. De uitgeboorde grond wordt in dat geval gemengd met bentoniet en afgevoerd via buizen. Daarna worden grond en bentoniet gescheiden en het bentoniet hergebruikt. Tunnelboormachines in een zachte ondergrond brengen direct prefab betonnen wandsegmenten aan. Zo wordt direct de tunnelwand (men noemt dit ook wel de 'tunnellining') opgebouwd. De boorkop kan zich vervolgens afzetten tegen deze segmenten en verder boren. Feitelijk is de tunnelboormachine een fabriek die zich een weg door de grond boort, de tunnelsegmenten plaatst en de overgebleven ruimte tussen tunnelsegmenten en omringende grond weer opvult met grout.
Met boortunnels zijn tunneldiameters tot circa 15 meter mogelijk.
Voorbeelden van boortunnels in Nederland zijn de Heinenoordtunnel (1999) (langzaam-verkeertunnel), de Westerscheldetunnel (2003), de Hubertustunnel (2008) en de Sluiskiltunnel (2015).
Normen/aanbevelingen/literatuur
NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)
NEN-EN 1992 Eurocode 2, Ontwerp en berekening van betonconstructies (€)
NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies en NEN 8670 Ontw. nl, Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670 (€)
EN 6722 Uitvoering van betoncontructies (door NEN ingetrokken, maar voor de onderdelen die ontbreken in NEN 13670 is tekst de basis zolang NEN 8670 nog niet definitief is