Afstandsfactor

Nadere omschrijving

Bij de toepassing van luchtbelvormers om de bestandheid tegen vorst en dooizouten te verbeteren, is naast het totale luchtgehalte en de luchtbelgrootte ook de verdeling van de luchtbellen belangrijk.

In relatie tot de vorst- en dooizoutbestandheid speelt de mate waarin beton met water is verzadigd een belangrijke rol. Immers, desintegratie van beton door vorst zal niet optreden wanneer de uitzetting van bevriezend water een uitweg vindt in de luchtporiën die ontstaan bij uitdroging van beton. Volgens ditzelfde principe kan beton tegen bevriezen worden beschermd door heel veel, zeer kleine luchtbelletjes in het beton te brengen met behulp van een luchtbelvormer. De onderlinge afstand van deze buffervormende luchtbelletjes mag dan niet te groot zijn.

nen-en 934, de norm voor hulpstoffen in beton, stelt eisen aan de maximale afstandsfactor tussen de luchtbelletjes. Bij een totaal luchtgehalte tussen de 4 ? 6% lucht mag de afstandsfactor niet groter zijn dan 0,20 mm.

Normen/aanbevelingen/literatuur

• NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton

• NEN-EN 934, Hulpstoffen voor beton, mortel en injectiemortel

• Betoniek 14/05, De stukken eraf

• Betoniek 13/15, Bellen blazen

• Betoniek 10/13, Hulpstoffen