Keuringscriteria
(Criteria for adoption)Datgene waaraan de resultaten bij de keuring moeten voldoen
Nadere omschrijving
Een keuring dient om te beoordelen of een product de overeengekomen eigenschappen heeft. Voor beton kunnen dat bijvoorbeeld volumieke massa, het luchtgehalte, de (druk)sterkte, of water-cementfactor zijn.
In nen-en 206 en nen 8005 is vastgelegd op welke manier moet worden beoordeeld of de eigenschappen van het geleverde beton aan de afgesproken eisen voldoen.
Dat betreft onder meer de manier waarop monsters moeten worden genomen, de minimum aantallen proeven en de eisen aan de beproevingen. Voor elk van deze eigenschappen zijn in de norm de eisen beschreven waaraan moet worden voldaan: de keuringscriteria.
Zo gelden bijvoorbeeld voor de druksterkte van beton de volgende criteria:
- Criterium 1. Elke individuele meetwaarde moet hoger dan, of gelijk zijn aan, de karakteristieke sterkte min 4 N/mm2: fci ≥ fck – 4
- Criterium 2. Het gemiddelde van drie opeenvolgende meetwaarden moet hoger dan, of gelijk zijn aan, de karakteristieke sterkte plus 4 N/mm2: fcm ≥ fck + 4
Deze keuringsmethode noemt men ook wel het aanvangsonderzoek.
Bij doorlopende productie mag desgewenst worden overgegaan tot een aangepaste beoordeling (het vervolgonderzoek) waarbij aangepaste criteria gelden.
Normen/aanbevelingen/literatuur
NEN-EN 206, Beton
NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton
Betoniek 16/06, Keuren met kansen
Betoniek 13/14, Familiebanden
BRL 1801, Beoordelingsrichtlijn Betonmortel
Criteria 73, Eisen te stellen aan de interne kwaliteitsbewaking en het kwaliteitssysteem voor een kwaliteitsverklaring voor geprefabriceerde constructieve betonelementen